Je dochter of zoon is een heerlijk kind. Op school gaat het wel lekker. Thuis gaat het prima. De normale ‘ups en downs’ kennen we allemaal, maar al met al, niets te klagen. Maar dan, zo ergens rond het 9e jaar, begint er wat te veranderen. Je kunt er de vinger niet echt op leggen, maar het is vaker minder fijn thuis. Je kind lijkt ineens niet meer lekker in zijn of haar vel te zitten. Je hebt het erover met je partner en met andere ouders. Het is vast ook weer een fase. Het zal het begin van de puberteit zijn, toch? Of niet?
De ontwikkeling van kind naar volwassen kunnen we grofweg indelen in 3 fasen van 7 jaar. In de eerste 7 jaar ontdekt een kind heel veel. Bij de geboorte wordt de navelstreng doorgeknipt. Maar de baby voelt zich nog een tijdje één met mama. Rond het 2e levensjaar is de eerste ‘ik-inslag’, het kind ontdekt dat er onderscheid is tussen ik en de ander. De bekende ‘Ik ben 2 en ik zeg nee’-fase. Belangrijk in deze fase is dat een kind voldoende ruimte krijgt om ‘nee’ te mogen zeggen. Dat helpt een eigen ‘ik’ te ontwikkelen.
Tussen het 7e en 14e levensjaar gaat een kind steeds meer een eigen identiteit ontwikkelen. Het kind voelt steeds meer het verschil tussen ik en de ander, en wat is dan mijn plek. Rond het 9e jaar is de tweede ‘ik-inslag’. Deze ik-inslag is een hele heftige. In deze fase komen ook veel kinderen bij hulpverleners terecht. Ze zitten niet zo lekker in hun vel. En dat is logisch, want er gebeurt nogal wat! Het gevoel van er wel of niet bij horen. Het besef van leven en dood. In deze fase komen kinderen met diepzinnige vragen over het leven. Vragen waar je als ouder van kunt schrikken; ‘Mama, zou jij verdrietig zijn als ik dood was?’ Ze zoeken naar hun plek, tussen en in alle verschillende groepen (gezin, school, sport…) waar ze steeds een andere ‘rol’ hebben. Heel ingewikkeld! Ze kunnen zich heel eenzaam voelen. Onbegrepen. Niet belangrijk… Naar hun ouders toe lijkt het een continue ‘spel’ van aantrekken en afstoten. De ene keer lekker bij mama op schoot en een volgend moment de wind van voren geven. Heel verwarrend. Voor het kind zelf én voor de ouders. Herkenbaar? Duik dan eens in de materie van deze specifieke ontwikkelingsfase. Goeie kindercoaches kunnen jullie op weg helpen in deze zoektocht.
Rond het 14e levensjaar is de derde ‘ik-inslag’; de geboorte van de eigen identiteit. Deze fase, tot het 21e levensjaar, is een zoektocht naar wie ben ik nou echt en wat wil ik in deze wereld…